IN ENGLISH

Margalit Artzi-Liquornik werd op 5 oktober 1921 geboren in Suceava, Roemenië. Zij was enig kind in het religieuze gezin Liquornik, dat leefde van de inkomsten van een meelwarenwinkeltje. Toen haar ouders in 1941 door de Roemeense overheid naar Transnistria werden verdreven, vluchtte Margalit naar Nagivarod in Noord-Transsilvanië, een streek tussen Roemenië en Hongarije, waar ze bijna drie jaar in een meisjespensionaat les gaf in Engels, Hebreeuws en Duits. In maart 1944 namen de nazi's het bewind in Transsilvania over van het Hongaarse regime. Kort daarop probeerde Margalit tevergeefs de grens met Roemenië over te steken. Ze werd opgepakt en, samen met honderden Hongaarse lotgenoten, afgevoerd naar Auschwitz, waar ze in mei 1944 aankwam. Toen de nazi's zes maanden later in Auschwitz het 'C-Lager' ophieven, werd Margalit overgeplaatst naar Klein-Schönau, een satelliet-werkkamp van het beruchte concentratiekamp Gross-Rossen vlak bij de Duits-Poolse grens. Ze werd tewerkgesteld in een fabriek voor vliegtuigonderdelen. Op 8 mei 1945 bevrijdden de Russen het kamp. Niet wetende wie van haar familie nog in leven was, begon de broodmagere Margalit drie dagen later aan de lange reis terug naar huis. Na zes weken bereikte ze de Roemeense grens. Van de twintig vrouwen met wie Margalit uit het kamp was vertrokken, waren er nog maar drie overgebleven. In een Displaced Persons-centrum zag Margalit de oproep van haar vader hangen. Hij was al weken op zoek naar haar. Kort daarop kon Margalit haar beide ouders weer in haar armen sluiten. Maar grootmoeder, tantes, ooms, neven en nichten waren uitgemoord. Margalit bleef nog een jaar in Suceava wonen en trouwde in september 1946 met Itzhak Artzi, die ze aan het begin van de oorlog al in Boekarest had leren kennen. Nog in hun huwelijksnacht begon het bruidspaar aan hun illegale tocht naar Palestina, die een jaar zou duren. In het Joegoslavische havenstadje Bakar gingen Margalit en Itzhak, samen met vierduizend andere overlevenden, in november 1946 aan boord van het schip de Knesseth Israël. Het vaartuig werd echter opgemerkt door de Engelse blokkadeschepen. De opvarenden werden overgebracht naar een interneringskamp op Cyprus om pas negen maanden later, in oktober 1947, voet aan wal van het 'Beloofde Land' te kunnen zetten. Een jaar later behoorden zij tot de oprichters van Aloney Aba, een kibboets in de Valley of Jezreel, in het noorden van het land. Momenteel wonen de Artzis in Tel Aviv. Ze hebben twee kinderen en zes kleinkinderen.

Nava Semel-Artzi werd op 15 september 1954 geboren in Tel Aviv. Ze groeide met haar vijf jaar oudere broer op met traditioneel-Joodse waarden binnen het intellectuele milieu waarin haar ouders verkeerden. Al van jongs af aan wilde Nava schrijfster worden. Na de middelbare school vervulde ze haar diensttijd als nieuwsproducer bij de legerradio Galé Zahal. Tijdens haar studie aan de Universiteit van Tel Aviv, waar ze afstudeerde in Kunstgeschiedenis, werkte Nava als producer bij tv en radio en als schrijvend journalist. In september 1976 trouwde ze met Noam, die ze een jaar daarvoor had ontmoet tijdens een optreden van haar broer, een gevierd zanger. Drie jaar later werd hun eerste zoon geboren. Vanwege Noams aanstelling als algemeen directeur van het Haifa Municipal Theatre verhuisden de Semels in 1980 naar Haifa, waar ze negen jaar woonden. Daarna volgde vier jaar New York, waar Noam de taak van consul voor Culturele Zaken op zich nam. In 1990 beviel Nava daar van een tweeling. Twee jaar later keerde het inmiddels vijfkoppige gezin Semel terug naar Israël. Ze wonen nu in Ramat-Gan, een voorstad van Tel Aviv.
Nava heeft nu al een indrukwekkende literaire carrière achter zich. Naast acht gepubliceerde, succesvolle boeken schreef zij filmscripts, libretto's, radiodrama's, kinderboeken en korte verhalen. Veel van haar werk is vertaald en regelmatig ontvangt zij prestigieuze prijzen en onderscheidingen zowel in Israël als in het buitenland. [Uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998].

Update 2013:

Margalit is in september 2003 weduwe geworden. Ze woont nu in een bejaardenhuis in Tel Aviv en heeft zes kleinkinderen en vier achterkleinkinderen.

Nava verhuisde in 2004 met haar gezin naar Tel-Aviv. Ze schrijft en publiceert nog regelmatig succesvol in binnen- en buitenland. (Zie ook de documentaire ‘open Oog – open Ik’).


         BACK TO OVERVIEW