(English translation will follow soon)

David werd op 18 mei 1927 geboren als achtste kind van de religieuze familie Moshcovitz in het Poolse stadje Plonsk. Zijn vader, Haim-Benjamin, verdiende de kost als huisschilder. In mei 1941 creëerden de Duitsers ghetto Plonsk waar het overgrote deel van de Joden voorlopig kon blijven wonen. In het najaar van 1942, David was toen 15 jaar, liquideerden de Duitsers het ghetto en werd het hele gezin afgevoerd naar Auschwitz. David wist na enkele maanden naar Tsjecho-Slowakije te vluchten, maar werd na drie maanden vrijheid verraden en teruggebracht naar het politieke strafkamp van Auschwitz.
In de zomer van 1944 werd hij na een kort verblijf in Buchenwald overgeplaatst naar Krawinkel, een satellietkamp van Buchenwald. Tegen het einde van de zomer in 1944 wist David ook dit kamp te ontvluchten. Dit keer sloot hij zich aan bij de Tsjechische partizanen en voerde tot de Duitse capitulatie sabotageopdrachten uit. Tot 1946 verbleef hij met zijn partizanenkameraden in Praag. Toen bereikte hem via het Rode Kruis het vreugdevolle nieuws dat één broer en twee zussen de oorlog eveneens hadden overleefd en in een kamp voor ‘Displaced Persons’* bij Frankfurt verbleven. David twijfelde geen moment en vertrok richting Duitsland om zich bij zijn enig overgebleven familieleden te voegen. Tot 1949
verbleven de Moshcovitzs in Frankfurt. Toen viel het besluit: de twee zussen gingen naar Amerika om daar een nieuw leven op te bouwen en David en zijn broer vertrokken naar Israël. Op het schip op weg naar Israël ontmoette hij zijn toekomstige vrouw Malka. Ze vestigden zich in Jaffa waar twee jaar later Haim werd geboren. Tegenwoordig wonen ze in Holon en hebben vier kinderen en tien kleinkinderen.

Haim Maor (tot 1979 Moshcovitz) werd op 11 april 1951, als oudste van vier kinderen, in Jaffa geboren. In 1954 verhuisden zijn ouders naar Holon. Daar groeide Haim op als een verlegen, teruggetrokken buitenbeentje die zijn eigen wereldje verkoos boven sociale contacten. Al op jonge leeftijd wist Haim dat hij kunstenaar wilde worden. Hij schreef liedjes, speelde gitaar en schilderde. Na twee jaar verliet hij de religieuze middelbare school om zijn diploma te behalen aan een meer op kunst gerichte school.
Eenmaal in het leger was hij totaal bevrijd van de beschermende, maar ook afschermende invloed van zijn ouders en er ging een nieuwe wereld voor hem open. Vol overgave stortte hij zich op zijn functie als misdaadonderzoeker bij de militaire politie. Tijdens zijn diensttijd ontmoette hij zijn huidige vrouw Tirtza, met wie hij in 1974 trouwde. Tirtza stelde twee eisen aan het huwelijk: ze wilde vijf kinderen en ze wilde in een kibboets wonen. Voorlopig woonde het kersverse stel in Holon, zodat Haim zijn studie aan het Art Teachers College in Ramat Hasharon kon afmaken. Na enkele verhuizingen vestigden de Maors zich in kibboets Giv'at Hayyim Me'uhad, vlak bij de stad Hadera. Ook Tirtza's tweede wens werd verhoord toen hun vijfde kind in 1986 werd geboren. Naast zijn werkzaamheden in de kibboets werd Haim een gevierd kunstenaar die veel van z'n werk op de Holocaust baseert. Hij behoorde tot de oprichters van Studio, een vooraanstaand art-magazine. Tegenwoordig exposeert hij regelmatig in binnen- en buitenland. Daarnaast is hij rector van het College of Visual Arts en doceert hij kunst aan de Universiteit van Be'er Sheva.

[Uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998]

 

Update 2013:

David (z”l)18/5/1927 - 27/9/2005. David overleed 8 jaar geleden. Hij heeft tien kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen.

Haim woont tegenwoordig in Metar, een klein plaatsje vlakbij Be’er Sheva.
Hij exposeert nog steeds regelmatig en doceert nog altijd kunst aan de Universiteit van Be’er Sheva, waar hij ook de kunstgalerie van runt. Hij heeft tot nu toe vier kleinkinderen.

 

 

* Kamp voor Displaced Persons: vluchtelingenkamp [uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998].


         BACK TO OVERVIEW