(English translation will follow soon)

Esther Tzoref-Shlapin werd op 18 december 1929 geboren in het Poolse dorpje Druysk. Zij en haar acht jaar oudere broer kregen een religieuze opvoeding. De familie onderhield een groentetuin en bezat kleinvee. Daarnaast bracht vader Shlapin geld binnen als klusjesman. In 1935 verhuisde het gezin naar Warschau met de gedachte om van daaruit Aliya* naar Palestina te maken. Een jaar later werd een zusje geboren. In september 1939, toen Esther met haar moeder en zusje op bezoek was bij haar grootouders in Druysk, brak de oorlog uit. De Russen trokken het gebied binnen en vader Shlapin kon zich vanuit Warschau pas bij zijn gezin voegen, toen de gevechten enigszins in hevigheid afnamen. Toen anderhalf later, in juni 1941, de Duitsers het gebied veroverden, vluchtte Esthers broer naar Rusland. Tot op de dag van vandaag is zijn lot onbekend. Vrijwel onmiddellijk voerden de nazi's sancties tegen de Joden in. De Shlapins werden gedwongen om uniformen voor de Duitse soldaten te herstellen. Eind 1941 werden alle Joden van Druysk afgevoerd naar een dorpje vlakbij Vilna, waar ze zes maanden opeengepakt in een synagoge verbleven, in afwachting van de voltooiing van het ghetto van Vilna.
Een half jaar later, begin 1943, werd het hele gezin op transport gezet naar verschillende werkkampen in Estonia. Esthers ouders, die vanwege uitputting niet meer in staat waren om te werken, werden door de Duitsers doodgeschoten. Ook haar kleine zusje verdween in de dood. Esther, veertien jaar oud, kwam terecht in het concentratiekamp Stutthof, waar ze elf maanden alleen wist te overleven. In januari 1945 begon zij samen met andere Stutthof-overlevenden aan een verschrikkelijke dodenmars naar het onbekende. Twee maanden later vonden Russische troepen Esther en haar lotgenoten in een klein Duits dorpje waar ze opeengepakt in een zwijnenstal lagen te wachten op de dood. De maanden daarna zijn een groot, zwart gat voor Esther. Haar eerstvolgende herinnering is uit Lodz, waar ze met behulp van de Joint* weer op krachten kwam en zich begon voor te bereiden op de illegale tocht naar Palestina. In november 1946 vertrok Esther op het schip de Latrun vanuit Frankrijk naar haar nieuwe thuisland. Maar ook de Latrun gelukte het niet om langs de Engelse blokkade te komen en pas in mei 1947, na een verblijf van zeven maanden op Cyprus, zette Esther voet aan wal in het Beloofde Land. Ze kwam terecht in kibboets Ginnosar aan het Meer van Tiberias, waar voorbereidingen werden getroffen voor de oprichting van kibboets Lochamei Hagetaot. In Ginnosar ontmoette Esther haar huidige man Avraham. Ze trouwden in 1949 in Lochamei Hagetaot. Ze kregen drie kinderen en hebben nu tien kleinkinderen.

Dalia Guy-Tzoref kwam in oktober 1950 ter wereld in kibboets Lochamei Hagetaot. Ze groeide beschermd, maar — zoals in die dagen gebruikelijk in de kibboets — grotendeels gescheiden van haar ouders op. Vijf en tien jaar later werd er een zusje en een broertje geboren. Na haar militaire dienst trouwde ze in februari 1971 met Shmulik, met wie ze samen in de kibboets opgegroeid was. Inmiddels was Dalia begonnen aan haar tweejarige muziekopleiding. De daarop volgende negen jaar gaf ze muziekles op de basisschool van de kibboets. Lochamei Hagetaot hief rond 1980 zijn strakke regels met betrekking tot de 'gescheiden' opvoeding van de kinderen op. Dalia sprong hier op in door haar fulltime baan op te geven en zich nu meer op haar drie thuiswonende kinderen te richten. Binnen de kibboets droeg ze haar steentje bij als kinderoppas. Daarnaast werkte ze anderhalf jaar in het laboratorium van de Tivall-fabriek. In oktober 1985 beviel ze van een tweeling. In 1989 begon Dalia aan een studie van twee jaar voor bibliothecaresse, waarna ze de bibliotheek van Lochamei Hagetaot begon te runnen.

[Uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998]

 

Update 2013:

Esther is sinds 2009 weduwe en woont nu in het bejaardentehuis in Lochamei Hagetaot. Zij heeft twaalf kleinkinderen en acht achterkleinkinderen.

Dalia is sinds kort met pensioen en woont ook nog met haar man in Lochamei Hagetaot. Ze heeft vijf kleinkinderen.

 

 

* Aliya: ‘opgaan’ (terugkeren, emigreren) naar het Beloofde Land Palestina/Israël [uit: ‘Kinderen van
  de Hoop’, 1998].

* Joint: ‘American Jewish Joint Distribution Committee’, opgericht op 27 november 1914 als het  
  Joint Distribution Committee of American Funds for the Relief of Jewish War Sufferers’, een comité  
  dat Joodse oorlogsslachtoffers ondersteunt [uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998].


         BACK TO OVERVIEW