(English translation will follow soon)

Lea Sonnenschein-Onderwijzer werd op 3 januari 1927, samen met haar tweelingzus, in Amsterdam geboren. Haar vader was een zoon van de bekende opperrabbijn Onderwijzer en verdiende de kost als ambtenaar, secretaris en rechterhand bij het rabbinaat van zijn vader. Het gezin Onderwijzer vormde voor de oorlog generaties lang het middelpunt van het religieus Joodse leven van Amsterdam. Lea groeide op in een schoolvoorbeeld van een orthodoxe huishouding: het was er tot in de puntjes verzorgd. Toch ontbrak het niet aan een liberale en tolerante kijk op het leven. In 1933, toen de nazi's in Duitsland aan de macht kwamen, werd nog een zusje geboren. Na de capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 werd het leven steeds moeilijker te dragen. Moeder Onderwijzer runde het Palestinahuis, waar ze artikelen ten behoeve van de handhaving van het religieuze leven verkocht. Uiteindelijk besloten de Duitsers deze Joodse 'winkel-in-huis' te sluiten. Ze namen de gehele inventaris in beslag en de ramen werden dichtgetimmerd. Daarna werd de bekende Joodse Raad in een deel van het pand ondergebracht. Tijdens de grote razzia van 20 juni 1943 dachten de Duitsers vanwege de geblindeerde ramen dat het pand onbewoond was. Lea's tweelingzusje besloot daarna onder te duiken. De Onderwijzers verhuisden, samen met alle overgebleven Joden, naar het oosten van Amsterdam, waar ze zo goed en zo kwaad als het ging het dagelijkse leven weer probeerden op te vatten. Lea begon te werken voor de Joodse Raad en voor wat er van de Joodse Gemeente over was. Maar op 29 september 1943, Erev Rosh Hashana*, kwam de gevreesde bonk op de deur. Het gezin Onderwijzer werd afgevoerd naar Westerbork en begin 1944 op transport gezet naar Bergen Belsen. De gezondheid van Lea's ouders ging vrij snel achteruit en binnen een jaar stierven ze aan tyfus en totale uitputting. Ook haar kleine zusje kreeg tyfus, maar Lea zag kans zich over haar te ontfermen. Samen vertrokken ook zij op 10 april 1945 met het 'Verloren Transport'*; dertien dagen later werden ze in Tröbitz door de Russen bevrijd. Eind juni 1945 keerden de zusjes Onderwijzer weer terug in Amsterdam en kregen onderdak in het Joodse meisjesweeshuis. Lea's tweelingzus keerde terug uit de onderduik, maar de rest van de directe familie was uitgemoord. De drie zusjes vertrokken voor een aantal weken naar Friesland om weer op krachten te komen. In december 1945 begon Lea aan haar Hachshara*. Via Marseille vertrok ze met haar tweelingzus en 750 andere overlevenden richting Palestina. Maar ook dit schip stuitte op de Engelse blokkade en pas na een verblijf van vier maanden op Cyprus kwam Lea aan in Palestina. Het was toen december 1946. Ze volgde een opleiding voor onderwijzeres in Tel Aviv en begon daarna te werken. In 1951 leerde ze Chaim Sonnenschein kennen, met wie ze in 1952 trouwde. De Sonnenscheins wonen nu al achtenveertig jaar in Bnei Brak. Ze hebben drie kinderen en twaalf kleinkinderen.

Avraham Sonnenschein werd op 26 augustus 1954 geboren in Bnei Brak als middelste van drie zonen. Het ouderlijk huis van Avraham lag niet in het Haredische* gedeelte van dit religieuze stadje 'onder de rook' van Tel Aviv. Net zoals zijn moeder kreeg Avraham een orthodoxe, maar tevens liberale opvoeding mee. Toen Avraham tien jaar oud was, vertrok het gezin Sonnenschein voor vier jaar naar Wenen, waar vader Sonnenschein als Shalyach (= afgezant) een aanstelling kreeg. Na terugkomst in Israël volgde Avraham in Netanya de middelbare school en vertrok vervolgens naar Qiryat Arba om daar zes jaar de Yeshivah* te volgen. Gedurende deze periode vervulde hij ook zijn dienstplicht, waarvan anderhalf jaar bij het Tankcorps, en anderhalf jaar in de Yeshivah. Daarna begon Avraham aan een tweejarige studie aan de Talmoedic Academy in Mevassereth Ziyyon. Hier ontmoette hij zijn vrouw Sarah met wie hij in maart 1979 trouwde. Hun eerste zoon werd in 1980 geboren en in 1981 verhuisde het jonge stel naar Qiryat Arba. Een dochter zag daar het levenslicht. In 1983 vertrokken de Sonnenscheins vanwege werkmogelijkheden naar Kfar Pines, vlakbij Hadera. Hier gaf Avraham vijf jaar les op een internaat voor meisjes. Nog een zoon werd geboren. In 1988 keerde Avraham met zijn gezin terug naar Qiryat Arba, waar hij een aanstelling kreeg als leraar op een van de religieuze scholen. In huize Sonnenschein worden nog drie dochters geboren, die voorlopig de gelederen van het achtkoppige gezin sluiten.

[Uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998]

 

Update 2013:

Lea woont met haar man al tien jaar in het Nederlandse bejaardentehuis Beth Juliana in Herzlia. Ze heeft twaalf kleinkinderen en vierentwintig achterkleinkinderen (en nog eentje op komst).

Avraham woont en werkt, nog steeds, als leraar in Qiryat Arba. Van zijn zes kinderen wonen er nog twee thuis. Hij is tot nu toe opa van tien kleinkinderen.

 

 

* Erev Rosh Hashana: nieuwjaarsavond [uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998].

* ‘Het Verloren Transport’ (Lost Transport): in de chaos vlak voor de bevrijding van
   concentratiekamp Bergen Belsen evacueerden de Duitsers haastig drie treinen vol met
   uigemergelde en zieke Joden naar onbekende bestemming. Een van deze treinen
   zwierf met vijfentwintighonderd Joden dertien dagen door het ineenstortende Derde
   Rijk. In Tröbitz stuitte dit Verloren Transport op zijn Russische bevrijder. In het westen
   wist men niets af van dit transport, en het duurde nog maanden voordat de repatriëring
   op gang kwam [uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998].

* Hachshara; kleine ‘kibboetsen’, opgezet in Europa door de jeugdbeweging uit
   Palestina, om de nieuwe pioniers voor te bereiden op Aliya* naar het Beloofde Land. In
   deze kleine, coöperatieve gemeenschappen werden hun verschillende
   landbouwtechnieken bijgebracht, alsmede kennis over het land en de Hebreeuwse taal.    
   Tevens werden zij voorbereid op de zware fysieke taak die voor hen lag. [uit: ‘Kinderen 
   van de Hoop’, 1998].

* Aliya: ‘opgaan’ (terugkeren, emigreren) naar het Beloofde Land Palestina/Israël [uit:   
  ‘Kinderen van de Hoop’, 1998].

* Haredisch: fundamentalistisch, orthodox Joods [uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998].

* Yeshivah: Hogeschool voor kennis van het Jodendom. In hoofdzaak worden hier de  
   Torah, Talmoed en andere Rabbijnse literatuur bestudeerd [uit: ‘Kinderen van de
   Hoop’, 1998].


         BACK TO OVERVIEW