(English translation will follow soon)

Op 11 augustus 1940, drie maanden na de Duitse invasie in Nederland, zag David te Gorinchem het levenslicht als eerstgeborene van het jonge, Joodse gezin Hamburger.
Zijn vader was werkzaam bij Philips en reserve-officier in het Nederlandse leger. In de loop van 1943 werd hij naar het krijgsgevangenkamp Stanislau in Polen afgevoerd. David en zijn pasgeboren zusje Henriëtte werden waarschijnlijk eind 1943 naar een onderduikadres in Amsterdam gebracht. Zijn moeder dook onder in Eindhoven. Al na enkele maanden werden David en zijn zusje ontdekt en weggevoerd naar het doorgangskamp Westerbork. Van hieruit vertrokken de kinderen in september 1944 met het laatste transport naar Bergen Belsen. Zij stonden op de lijst van de groep van '51 Unbekannte Kinder'. David kwam daarna terecht in Theresiënstadt, waar hij tot de bevrijding, begin mei 1945, verbleef. Zijn tien maanden oude zusje stierf in de trein naar Bergen Belsen (zo bleek pas 52 jaar later). De vijfjarige David werd via het Rode Kruis terug naar Nederland gebracht. Ook vader Hamburger, die zijn verblijf in Stanislau had overleefd, keerde terug. Davids grootouders, oom en zusje waren door het nazi-regime uitgemoord. De overgebleven Hamburgers waren weer herenigd, maar vooral de dood van Henriëtte wierp een zwarte schaduw over het gezin.
David herinnert zich slechts vlagen van de oorlogsjaren. Zijn ouders zwegen over de oorlog. Pas veel later konden de hiaten worden ingevuld. David kreeg daarbij hulp van zijn broer, die vijf jaar na de oorlog werd geboren, en diens vriendin. Hij noemt zichzelf daarom een 'mixed generation'. De periode na de oorlog drukte volgens hem een groter stempel op zijn persoonlijkheid. Hij leed ontzettend onder de opvoeding van zijn getraumatiseerde moeder. En zijn vader was er na de oorlog heilig van overtuigd dat Jood zijn het ergste was wat een mens kon overkomen.
David bleef tot 1965 in Nederland. Na zijn studie Chemie aan de Universiteit van Utrecht vertrok hij naar Israël. Een maand later ontmoette hij daar zijn huidige vrouw Rachel met wie hij in 1966 trouwde. Voor zijn werk keerde David in 1973 met zijn gezin, dat twee kinderen rijker was, terug naar Oss in Nederland. Maar in 1978 verruilden de Hamburgers hun Brabantse woonplaats voor Jeruzalem, waar twee jaar later een derde kind werd geboren.

Liat Tikotsky-Hamburger werd op 10 maart 1971 geboren in Jeruzalem, als middelste kind en enige meisje van drie kinderen. Toen zij op zevenjarige leeftijd in Israël terugkwam, doorliep zij zonder problemen de lagere school en het voortgezet onderwijs. Ze diende twee jaar in het leger bij de inlichtingendienst. Een goede vriendin probeerde Liat tevergeefs aan haar broer Ariël te koppelen. Na de dienstplicht begon Liat haar studie Psychologie aan de Universiteit van Jeruzalem. In deze periode leerde Liat Ariël beter kennen en de liefde bloeide alsnog op. Nadat Liat haar universitaire graad behaald had, trokken ze samen een half jaar door Noord- en Zuid-Amerika. Bij terugkomst vestigde het stel zich in Haifa. Ariël maakte een begin met zijn studie Industrial Engineering aan het Technion (de Technische Hogeschool van Haifa). Maar toen Liat aan de Universiteit van Tel Aviv haar masters in Klinische Kinderpsychologie mocht halen, besloot ook Ariël zijn studie aan deze universiteit voort te zetten en verhuisden ze naar een buitenwijk van Tel Aviv. De beide studenten trouwden in oktober 1995 en enige tijd later kochten ze, met behulp van hun ouders, een appartement in de nieuw-geplande stad Modi’in, waar ze als 'moderne pioniers' in september 1997 hun intrek namen. Liat hoopt in 1998 haar studie te voltooien en dan staat er nog een stage van vier jaar voor de deur voordat ze zich klinisch psychologe mag noemen. Ondertussen doceert ze zes uur per week aan eerstejaars psychologiestudenten, werkt ze op het 'slaaplab' van de afdeling Psychologie met kinderen die aan slaapstoornissen lijden, en heeft ze in Modi’in een veertienjarige jongen onder haar hoede in het kader van een 'Big-brother Big-sister'-project.

[Uit: ‘Kinderen van de Hoop’, 1998]

 

Update 2013:

David en zijn vrouw wonen nog in Jeruzalem en genieten van hun pensioen. Ze hebben zeven kleinkinderen.

Liat en Ariël hebben nu drie kinderen en wonen nog steeds in Modi’in. Liat is tegenwoordig als klinisch psychologe verbonden aan de faculteit Psychologie van de Universiteit in Be’er Sheva.


         BACK TO OVERVIEW